We spreken dit keer met Henrike Branderhorst. Samen met Ralph van Roessel is ze Co-CEO van TAUW. TAUW is al meer dan 90 jaar actief als advies- en ingenieursbureau waarbij het bedrijf inmiddels 1.200 toegewijde professionals dagelijks aan de slag heeft om betekenisvolle oplossingen te realiseren voor vitale leefomgevingen. En laat vitaliteit nou ook een belangrijke driver zijn voor MONO-zakelijk. Alle reden om met Henrike het gesprek aan te gaan over de wijze waarop TAUW een eigentijds mobiliteitsbeleid heeft ontwikkeld.

Het begint gewoon met een ferme ambitie

‘Wij zien als TAUW een enorme interactie tussen de drie hoofdaspecten van mobiliteit (verduurzaming, bereikbaarheid én verkeersveiligheid); wij benaderen dat daarom ook integraal. Vooral omdat wij geloven dat als je veel bewuster gaat nadenken over hoe je dagelijks reist, dat dit resulteert in minder uitstoot, minder files en minder incidenten. Maar het begint uiteraard met een ambitie. Daar is onze voorgangster Annemieke Nijhof in 2017 al mee begonnen. Destijds was het doel om in 2023 een volledig geëlektrificeerd wagenpark van personenauto’s te hebben. Leuk is om te vermelden dat we dat nu al grotendeels hebben gerealiseerd!'

Te voet, op de fiets, met het OV, elektrische rijden & zo min mogelijk vliegen

‘Recent hebben we in goed overleg met onze medezeggenschap ons mobiliteitsbeleid aangescherpt. Waarin we nu meer incentives hebben ingebouwd om die ambities ook breed in de organisatie verankerd te krijgen. Zodat al onze mensen zich daar ook naar gedragen. Zo stimuleren we duurzame mobiliteit waarbij de vergoeding van zakelijke kilometers met een eigen elektrische auto substantieel aantrekkelijker is dan die voor een auto die op brandstof rijdt.

Daarnaast hebben we bijvoorbeeld de vergoeding voor de aanschaf van een (elektrische) fiets flink verhoogd. Alles is er dus op gericht dat al onze professionals bewust reizen vanuit de voor ons inmiddels bekende volgorde van reizen waarbij de benenwagen bovenaan staat en het vliegtuig helemaal onderaan. En ik realiseer me ook goed, gelet op mijn rol in de organisatie, wat dit betekent voor mijn eigen voorbeeldgedrag. Heel simpel: be the change you want to see in the world’.  

Oók aandacht voor geconcentreerder reizen

‘Een onderdeel van dat bewuste mobiliteitsbeleid is ook de aandacht voor veiligheid. We hebben allemaal wel eens zo’n moment dat je rijdt en dat je oneens denkt ‘huh, ben ik hier nu al?’. Omdat je even in gedachten verzonken bent, en in feite op de automatische piloot rijdt. Dat soort situaties willen we niet meer.

We stimuleren dat onze collega’s veel geconcentreerder reizen. Zonder afleiding. Bellen in de auto onderweg willen we zo min mogelijk. Korte gesprekken kan, maar uitgebreid overleg vragen we om niet meer te doen. Vanuit de auto meedoen met een Teams-vergadering doen we absoluut niet. Dit is overigens ook niet nodig als je jezelf simpelweg iedere keer weer afvraagt of het wel écht nodig is om te reizen. Want in ons beleid promoten we hybride werken en spits-mijden enorm. En tegelijkertijd zijn we ook op participatieve wijze, samen met een diverse werkgroep, bezig om onze kantoor-filosofie te transformeren naar een mix van kantoorplekken, overlegruimtes en een soort van ontmoetingspleinen. Want als collega’s dan naar kantoor komen, wil je ook de interactie tussen professionals maximaal faciliteren.'

Waar staan we in 2025?

‘Als we dit interview opnieuw zouden doen in 2025, weet ik zéker dat we verdere stappen hebben gemaakt met de inrichting van onze kantoren en het hybride werken. Want het wordt écht nooit meer zoals voor Corona: dat bewuste mobiliteitsbeleid wordt alleen maar sterker, onze professionals willen dat ook. En onze klanten en opdrachtgevers ook. Wellicht zitten we dan nog meer in de directe omgeving van OV-locaties.

Mijn toekomstdroom is dat we onze mobiliteitsvoorzieningen ook gaan delen met andere organisaties. Over 3 jaar zullen we minder leaseauto’s hebben en zullen we meer en meer gebruik gaan maken van deelconcepten. En ik verwacht dat hybride werken in combinatie met het aspect van ‘care for people’; dus met aandacht voor sociale cohesie, vitaliteit en een goede work-life balance het nieuwe normaal zal zijn. Alles gericht op het faciliteren van onze passie: it’s not a daily job, it’s a living ambition.'